Hoe pak je als installateur je eigen duurzaamheidsstrategie aan?
Waar wringt bij installatietechnische bedrijven de schoen om de duurzame belofte naar buiten, ook intern, goed georganiseerd te krijgen? Duurzaamheid gaat natuurlijk veel verder dan alleen CO2-reductie, warmtetransitie en elektrificatiestappen voor de klant.
Hoe pak je als installateur je eigen duurzaamheidsbeleid aan?
Beleid zonder stoffig karakter
Bij Polanski & Partners praten we geregeld met onze opdrachtgevers over de voor de hand liggende duurzame stappen zoals bijvoorbeeld het personeelsbeleid. Een brede duurzame aanpak moet echter meer omvatten. Zo kijk je naar milieu-, sociale-, en economische aspecten. Dat heeft een beleid nodig en dat klinkt al snel als iets waar je het stof van af blaast. Dit terwijl je je duurzaamheid heel praktisch kunt benaderen. Graag delen we onze observaties en leermomenten uit onze gesprekken met je.
De verschillen zijn groot
Er zijn genoeg installatiebedrijven die de eigen duurzaamheidsstappen -intern- net zo op de korrel nemen als extern voor de klant. Bij anderen is de duurzaamheidsreis een beetje als de kinderen van de tandarts. Er zijn nogal wat verschillen tussen bedrijven te ontdekken, dat komt mede door de grootte en de mate van aandacht die het daardoor krijgt. Bij de vooruitstrevende categorie ondernemers namen we onderstaande zaken mee:
1. Ze vragen zich af wat ze echt belangrijk vinden en leggen dat vast
Een duurzame start begint met kijken naar wat je belangrijk vindt als bedrijf. Veel organisaties bepalen per deelgebied (milieu, sociaal, economisch) waar de focus komt te liggen. Een vanuit de kern ‘socialer bedrijf’ zal bijvoorbeeld een inclusief personeelsbeleid makkelijker als eerste duurzame stap nemen. Dan rijzen er vanzelf verdiepende vragen als: ‘Hoe het staat met leeftijdsverschillen, salarisverdeling, diversiteit en inclusiviteit, opleiden en werktijden? Wat kan daar beter?’ Zo kan een vraag over enorm personeelsverloop een aanleiding zijn tot duurzaam denken. Maar je kunt ook denken aan thema’s als: transport, mobiliteit, energie- en waterverbruik, afval, en je uitstoot.
2. Ze doen 360 graden inventarisatie van de stand van zaken
Na het vastleggen van wat er belangrijk is, gaan bedrijven over tot een bredere inventarisatie of een verdieping. Als je bijvoorbeeld de focus hebt op de financiële verslaglegging, samenwerking met derden en compliance dan start je met het opvragen van de desbetreffende documentatie bij verschillende afdelingen en bij partners. Alles om een zo goed en gewogen mogelijk beeld te hebben van de stand van zaken.
3. Ze laten hun personeel meedenken over wat duurzaam beter kan
We horen vaak dat intern draagvlak de duurzaamheidsplannen maakt of breekt. Roep bij deze exercitie dan ook zeker de hulp van je eigen personeel in. Installatietechnische bedrijven hebben altijd in- en externe medewerkers, betrek beide groepen bij de analyse over hoe het beter kan. Dat draagvlak is voor het slagen van je beleid en de uitvoering onmisbaar.
4. Ze hebben heldere doelen, een werkplanning en delen altijd de resultaten
Een helder doel is nodig voor realisme en de motivatie om duurzaamheid tot een goed einde te brengen. Zodra bekend is wat de huidige stand van zaken is, schrijven bedrijven daarom vaak helemaal uit hoe en wanneer ze bepaalde zaken gaan verbeteren. De kern van de doelstelling moet dan wel zo concreet mogelijk zijn en liefst direct gekoppeld aan een werkdocument. Het op de hoogte houden van collega’s over ‘behaalde doelen’ en de huidige stand van zaken betreft duurzaamheid, is daarbij onmisbaar zo blijkt.
Kortom, duurzaamheid is lastig te vertalen als je het benadert als een containerbegrip, zeker intern. Voor de toekomst is het aan bedrijven om hun beleid zoveel mogelijk te concretiseren en in kleine stukken op te delen. Ben je benieuwd hoe Polanski je van dienst kan zijn met een duurzaam personeelsbeleid? Neem dan contact op: 033-2022563